Print

Werkwijze

• De bodem
• Doe de bloem, het gist, zout en olijfolie in een ruime, ronde kom of schaal.
  Voeg het lauwwarme water toe en kneed een soepel deeg. Dek af met een vochtige doek en zet een uur op een behaaglijke plek. Kun jij ondertussen koffiedrinken, ouders bellen en de vaatwasser uitruimen (en weer vullen).
• Rol het deeg uit tot een dunne lap die de hele bakplaat kan bedekken, of zoals ik, verdeel het deeg in twee stukken en bedek daarmee ronde pizzaplaten. Op de bakplaat of pizzabodem leg je eerst bakpapier.
• De bedekking van de flammkuchen
• De enige standaard is hier dat je de bodem met een mengsel van de crème fraiche en het ei bedekt. Aan dit mengsel kun je wat olijfolie, knoflook, zout en peper of een schep pesto toevoegen. Net wat jij lekker vindt, of – op nieuwjaarsdag – nodig hebt 😉
• Nu vul je de bodem met wat je ook maar wilt of voorhanden hebt. Mijn flammkuchen bedekte ik deze keer met rode ui, venkel, geroosterde paprika, gedroogde ham, pijnboompitten en wat restjes tapenade.
• Zet de flammkuchenm in de oven. Omdat ovens niet aan alle kanten even heet zijn (mijn hete lucht oven is aan de achterkant warmer) draai je de bakplaat of pizzaplaten na een minuut of 7 even om. Dan laat je de fammkuchen nog een minuut of 8 gaan en klaar is je nieuwjaarsmaal. Lekker als lunch, maar ook prima als volledige maaltijd.