Werkwijze

• Laat het vlees op kamertemperatuur komen. Verwarm de oven voor op 160 graden.
• Snipper de ui, sjalot en knoflook. Fruit de ui en knoflook in olijfolie in een ruime, ovenbestendige pan. Voeg de wijn, tomatenblokjes en de fond toe en breng het aan de kook. Laat op laag vuur zachtjes pruttelen. Snijd het vlees in blokjes en haal de blokjes door de bloem met wat zout.
• Maak een koekenpan heet en doe hier een scheutje olijfolie in en een klont roomboter. Geklaarde boter geeft het beste resultaat, die kun je heter maken zonder te verbranden. Bak hierin de met bloem bestoven blokjes vlees*. Voeg na een paar minuten de tijm toe en bak op hoog vuur mee. Als het vlees mooi aangekleurd is gaat het bij de pan met ui en wijn. Het vlees staat nu als het goed is ‘onder water’. Is dat niet zo, voeg dan wat bouillon, water of wijn toe.
• Zet de pan met deksel een uur in de oven. Snijd ondertussen de aubergine in blokjes en doe de blokjes in een vergiet. Bestrooi met zout en laat 20 minuten staan. Spoel dan de blokjes af, dep droog en bak de blokjes mooi bruin in een koekenpan. Zet de blokjes daarna weg. Snijd de bleekselderij in dunne ringen.
• Na een uur verlaag je de oven naar 120 graden en laat de pan nog een uur in de oven.
• Haal de pan uit de oven en voeg de kappertjes, de courgette, bleekselderij en ontpitte en grof gehakte olijven toe. Roer de stoof goed om en laat rustig, met deksel op de pan de rest van de dag afkoelen tot kamertemperatuur.
• Zet de pan een minuut of 10 voor je gaat eten op laat vuur. Rooster de pijnboompitten in een droge koekenpan en hak wat basilicum in grove stukken. Schenk de stoof in een warme schaal, voeg de basilicum toe, schep een keer om en bestrooi met pijnboompitten.
  Eet lekker!